woensdag 1 november 2017

Trip down memory lane

AC/DC zit bij mij in hetzelfde hokje als Thin Lizzy en Rainbow. Rockbands uit mijn jeugd, toen de SRV-man nog door de straat reed en je duim en wijsvinger paraat hield bij de Play- en Recordknop om ‘Thunderstruck’ op een cassettebandje te krijgen.
Dit luikje in mijn geheugen werd zondagmiddag prettig door oudste geopend. Maandenlang oefende hij de riffjes op zijn gitaar en nu was het moment daar: in een muziekcafé ging zijn band een oude rockklassieker ten gehore brengen. AC/DC. Highway to hell.
Daar stond ik. Naast mijn vriendin met mijn elleboog ontspannen aan de bar, onze gezichten richting het podium. Om me heen andere vaders en moeders, gespannen afwachtend wanneer hun kroost plaats nam achter het drumstel of de microfoon pakte voor een liedje van Bon Jovi of Kiss, I was made for loving you, compleet met schmink en pruiken.
Ook oudste was zenuwachtig. Driftig pendelde hij op en neer van onze plek aan de bar naar de verzamelplek backstage, waar zijn maten van de band Nö (“Hebben jullie al een bandnaam jongens?” “Neuh...”) de gitaren stemden.
“Paprika of gewoon?” vroeg het meisje van de bediening aan het jochie dat naast me aan de bar een zakje chips bestelde. Niks geen bolognese, cheese-onion of patatje joppie: paprika of gewoon. Een middag in balans.
En toen was het moment daar. Het geroezemoes op de cafévloer verstomde. Alle aandacht balde zich naar het podium, waar oudste zijn AC/DC-akkoorden inzette. Een paar tellen later zette een bak elektronische herrie de tent in lichterlaaie, versterkt door de muziekstagiaire achter de lichtknoppen. Drie volle minuten werd alle ouderlijke verantwoordelijkheid terzijde geschoven. Even geen ingevulde belastingpapieren, geen APK-keuring voor de auto. Even geen bijles wiskunde, maar met het hoofd meeknikken op het logge ritme van drummer en bassist.
Opgelucht voegde oudste zich na het optreden weer bij ons. Zijn gitaar in een rugzak om zijn schouders, de zweetdruppels nog op zijn voorhoofd. Hij had genoten.
Op het moment dat we onze jassen pakten, zoemde mijn telefoon. Een bericht van jongste: ‘Het eerste heeft met 3-0 gewonnen. Is het leuk daar?’
Ik keek naar zijn moeder die haar jas dichtritste. Een paar uurtjes waren we weer achttien geweest.
Ja, het was leuk.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten