zaterdag 1 juli 2017

Roesje

Ik houd van zaterdagmiddagen. Lome uurtjes met fris gemaaid gras en een vers stuk brie in de koelkast. Als prettige briesjes ritselen ze door het struikgewas van een komende werkweek. Zeker als de jongens in de buitenlucht hun groeiende zelfstandigheid uitbouwen en hun moeder zich in een andere ruimte buigt over de strijk of het avondeten, streel ik mezelf graag met een derby uit de Premier League of een vleugje Bundesliga. Het vacuüm tussen een afgesloten seizoen en de herstart van de competitie maakt dit lastig, maar grote krantenkoppen lokten me vandaag naar een andere verwennerij: de start van de Tour de France.
Aangewakkerd door de Dumoulin-glorie ging ik er, met een vers glas sinas en de afstandsbediening binnen handbereik, eens goed voor zitten. In hun jacht op de gele trui zag ik de renners één voor één starten met strakke kuiten en helmen uit de collectie van Darth Vader. En meteen was er weer de stem. Het stemgeluid dat in eerdere jaargangen demarrages door een zonnebloemveld begeleidde. De klanken van commentator Herbert Dijkstra doen mij denken aan het keelgeluid van meneer Gerritsen, mijn wiskundedocent op de middelbare school. Elke les begon hij enthousiast aan een kwadraatstelling of Pythagoras, maar doordat hij klonk als de beheerder van een crematorium, was hij mij na drie zinnen al weer kwijt. Ook nu trachtte Herbert mij de geheimen van het wielrennen bij te brengen. Waarom Dylan Groenewegen over het natte asfalt gleed bijvoorbeeld, en waarom Peter Sagan aan de Ronde begon met het uiterlijk van de drummer in een Finse rockband.
Wie de proloog won? Geen flauw idee. De lezingen van Herbert brachten me spoedig in een slaaproesje, waar ik uit werd getrokken door de binnenkomst van de jongens en de kreet van mijn vriendin die meldde dat het eten klaar was.
"Wat is er, pap? Je kijkt zo vrolijk," vroeg oudste, boven een bord dampende risotto.
"Ajax en Feyenoord," geeuwde ik, "ze zijn al weer in training."

Geen opmerkingen:

Een reactie posten