zondag 4 december 2016

Juichen!

In de keuken roer ik door een pan met rode bietjes, als ik word opgeschrikt door een schreeuw van oudste vanuit de huiskamer: "Yes, een 8,2 voor mijn proefwerk Natuur en Techniek!"
Nieuwsgierig steek ik mijn hoofd om de hoek. Oudste staat bij de eettafel. In zijn ene gestrekte arm houdt hij zijn telefoon in de lucht, zijn hoofd verstopt hij in de gebogen andere.
"Wat is dat nu?" vraag ik.
"Een 8,2! Voor NT! Staat op de site!"
"Nee, die rare beweging. Met je hoofd en die arm," zeg ik. Om mijn vraag kracht bij te zetten verberg ik mijn gezicht in mijn elleboog.
"Dat is de deb," antwoordt jongste verveeld vanaf de zitbank, waar hij de FIFA-wedstrijd tussen Manchester United en Chelsea controleert, "zo juich je na een doelpunt."
Jongste zegt het met de intonatie van een oude tandarts die zijn patiƫntjes voor de zoveelste keer uitlegt dat ze toch vooral beter moeten poetsen. De deb? Na een goal ben ik meer van de klassieke vuist die een gat in de lucht slaat. Zoals Cruijff vroeger, of Van de Kerkhof: arm in de lucht en rennen maar.
"Kijk, zo gaat dat. De deb," zegt jongste. Met zijn afstandsbediening wijst hij naar de televisie, waar Ibrahimovic gescoord heeft en tot vijf keer toe een hoofdknik naar zijn gehoekte elleboog maakt. Met links en rechts.
"Wat eten we?" Mijn vriendin verstoort het juichcollege met haar binnenkomst door de achterdeur. In twee tellen sta ik terug bij mijn pannetje, waar mijn rode bieten aan de bodem plakken als plastic hartjes na een klikobrand.
"Eh, ik dacht rode bietjes," zeg ik stilletjes.
"Mmm, ik heb eigenlijk wel zin in zo'n maaltijdsalade van De Bengel," oppert mijn vriendin, "en jullie spareribs, jongens?"
In twee zinnen is de crisis bezworen. De jongens staan springend om hun moeder heen. Ik doe ook een duit in het zakje: ik strek mijn arm en knik met mijn hoofd naar mijn gebogen andere arm, maar blijkbaar moet ik er nog aan werken.
"Moet je niezen?" vraagt oudste.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten