donderdag 28 november 2013

Gracht

Het zijn die woensdagochtend de eerste woorden uit de mond van jongste.
"Hoeveel is het geworden bij Ajax?" 
"2-1," geeuw ik. Ik weet wat de volgende vraag is.
"Wie heeft de doelpunten gemaakt?"
"Serero en Danny Hoesen."
"Cool!"
De vreugde die in zijn ogen kruipt, herken ik. Hetzelfde geluk denderde de avond ervoor als een intercity door mijn lijf:  het spel van Blind, het opkomen van Boilesen, Davy Klaasen die Piqué aftroefde bij de achterlijn. De trein nam hard gas terug toen ik teletekst, pagina 804 opende.
Man valt in gracht Arena.
Een dag later passeren op Facebook en Twitter veel berichten, foto's en filmpjes over de winst van Ajax op Barcelona. Ook over het ongeluk. Ik kan het niet laten en klik er eentje aan.
"Hé, dat is de Arena!" Jongste staat achter me. Ik schrik en vervloek mijn onvoorzichtigheid. Ik klik de beelden weg alsof ik ineens iets anders moet doen, maar het is al te laat.
"Waarom stond daar een ziekenwagen, pap?"
"Oh, er was een supporter gevallen, in de gracht," zeg ik zo nonchalant mogelijk. De reflex van de vader die zijn kind wil hoeden voor het leed van de wereld. Tevergeefs.
"Er lag veel bloed, papa."
Ik denk aan de gracht in de Arena. Breed. Kil. Hard.
Jongste vraagt niet door. Hij vraagt niet naar filmpjes met de goals van Serero en Hoesen, maar pakt een stripboek en zwijgt. De glorie van een historische overwinning op Barcelona is verdrongen door een plas bloed op koud beton.
Het is vreemd. 49.999 mensen kwamen die avond veilig thuis. Eén man ligt met een vreselijke hoofdwond in het ziekenhuis. Het voelt alsof we allemaal in die gracht vielen.

maandag 25 november 2013

Het verdriet van Marco

Honderd jaar eenzaamheid. Zaterdagavond, net na afloop van de wedstrijd tegen PSV, legde Marco van Basten in één shot uit hoe dat moet voelen. Staren in zwarte leegte. Niet zo maar turen in een wazige mist. Niet kijken of de voorzitter misschien opdoemt met een nieuwe spits. Nee, dit was het hogere staren. 
Het leek even op Pierre Bokma on stage. De dokter heeft net verteld dat je nog maar twee maanden hebt en dan het publiek, soepel vanuit de heupen, laten zien hoe wanhoop eruit ziet. De handen kwamen erbij en gingen door de slapen: radeloosheid kreeg een laatste zetje. Thuis, op onze nepleren bank, keken we ademloos naar het schouwspel. Wij talentlozen ontvingen sidderend de boodschap: dit komt nooit meer goed.
Ik trap er niet in, in de voorstelling van San Marco. Van Basten kómt niet zwaarmoedig thuis na onverwacht puntverlies. Zijn vrouw vindt hem diep in de nacht niet terug aan de keukentafel, met een brilletje op zijn neus gebogen over nieuwe looplijnen voor Van Roon en Ziyech. 
In de catacomben van het Philips-stadion werd het verdriet van de late gelijkmaker van Jozefzoon al snel ingeruild voor de schuldbewuste blikken van zijn spelers. De bewondering voor de wijze waarop hij vroeger de Serie A domineerde, leverde de juiste zalf voor de trainersziel die bij Oranje en Ajax bekrast raakte. De wereld van Van Basten heeft zich sterk vernauwd: ook al is het in Heerenveen, hij is er tenminste nog koning.
De trainer Van Basten staart direct na het gelijkspel tegen PSV geplaagd in de verte, maar bij thuiskomst gedraagt hij zich als de linksback van een lager amateurteam. Achteloos gooit hij zijn tas in de hoek en opent de koelkast.
"Is er nog vla?"

    

vrijdag 22 november 2013

Scholfilet met dillesaus

Jongste rende juichend door de huiskamer. Er was gescoord. Na twee rondjes om de eettafel en een high five met zijn moeder keerde hij terug naar zijn Wii.
"Met wie speel je?" vroeg ik.
"Manchester United. Tegen Milan," antwoordde jongste. Op het scherm werd er weer afgetrapt.
"Wie scoorde er?" wilde ik nog weten.
"Ween Roenie," zei jongste, terwijl hij de bal van Vidic naar Carrick passte, "Roenie is echt wel de beste van Manchester."
Ik keek hem verbijsterd aan.
Waar had ik gefaald? Op welk moment in de opvoeding had ik ongemerkt een verkeerde afslag genomen? Twee maanden eerder had jongste een Oranje-shirt gekregen met Van Persie achterop. Een duidelijke knipoog toch? Hoeveel zetjes in de rug heb je nodig? En nu wist jongste zonder blikken of blozen te melden dat hij Rooney echt wel de beste van Manchester United vond.
Wayne Rooney verkiezen boven Robin van Persie. Dat is heftig. Dat is Picasso die met verf en kwasten bij je op de stoep staat afwijzen, omdat je liever op de winterschilder wacht. Dat is op een camping in Zoutelande gaan zitten, terwijl je ook mee kunt op een cruise door Carraibisch gebied. In hemelsnaam, dat is het aanzoek van Beyoncé  weigeren en trouwen met Sugar Lee Hooper.
Terwijl ik koortsachtig naar oplossingen zocht om deze dwaling te corrigeren, eindigde de wedstrijd tussen Manchester United en Milan. Jongste legde zijn afstandsbediening neer en zette de tv uit.
"Wat eten we vanavond?" vroeg ie aan zijn moeder.
"Gebakken aardappelen met scholfilet in dillesaus. En rucola," was het antwoord. "Maar we kunnen ook friet halen," voegde ze eraan toe.
Ik hield mijn adem in. Nu kwam het erop aan.
"Geen friet," antwoordde jongste. Hij trok een gezicht alsof hij konijnenkeutels op zijn boterham vond.
Gelukkig, er was nog hoop.

donderdag 21 november 2013

Jeuk

Zondag was Maradona een paar seconden in beeld bij Studio Sport. Dat is niet zo vreemd. De Argentijn kon voetballen: grijnzend liet hij een bal op zijn rechterheup stuiteren, terwijl hij naar de middenpagina van de Playboy staarde. Wél opvallend was dat de camera Maradona ving bij een golfevenement in Dubai. Golf, dat is de wereld van de birdy en de fairway. Strak gemillimeterde greens, poloshirts van Ralph Lauren. 
Maradona mist die fijnzinnigheid. Hij is meer de man van de darkroom en het lijntje coke. Bij de bakker bestelt hij een zak krentenbollen met zijn tong in het oor van zijn vriendin. Hij is de coach van een vaag Arabisch team, die tijdens een persconferentie zwaar in de microfoon ademt, doordat een stoeipoes  onder tafel met zijn kleine Diego zit te spelen.
Maar dat moment dat hij thuis voorstelt om een golfclassic te bezoeken, daar was ik graag bij geweest.
"Kom vrouw, we gaan naar golf."
"Welke? De golf van Mexico?"
"Nee, met zo'n stok en een klein balletje en zo." 
"Oh, .... golf."
"Ja, golf. Waar is mijn geruite broek?"
"Je hebt geen geruite broek, Diego."
Wat zou het mooi zijn als Maradona, daar in Dubai, onder het lint door was gestapt en een driver ter hand had genomen. Met glimmende schoentjes en de haren strak achterover gekamd tuurt hij in de verte naar de green. Sereen gaat het balletje op de tee. De stilte. Dan de uithaal, stijlvol zwaait Maradona de club over zijn schouder. Ooohs en aaahs stijgen op uit de rijen, toeschouwers gooien hun hoedjes in de lucht. De camera zoemt in op de bal die met een grote boog op de green landt en tergend langzaam naar het vlaggetje rolt. Maradona verovert opnieuw de wereld: hij scoort een hole-in-one. 
Eén knappe slag en alle schandalen zouden zijn vergeten. Eén klap en het plaatje zou in ere worden hersteld: Maradona als icoon voor een hele generatie.
Maar dat gebeurde niet. Diego bleef achter het afzetlint, geeuwde en krabde waar het jeukte. Aan zijn zak.

maandag 18 november 2013

Jiskefet

De jongens wilden met me ezelen, een nieuw spel. Ze namen me mee naar buiten.
"Ik ben Siektersen," zei oudste, toen we met de bal op de inrit stonden.
"Ik ben Sjeune," zei jongste.
Ze hadden net een poster van Ajax gevonden in de Voetbal International.
"Okay, dan ben ik Siem de Jong," zei ik.
De regels voor ezelen waren heel simpel, volgens oudste. Iets met kaatsen tegen de muur en je mocht elkaar naaien. En als je vier keer verloor, was je een ezel. Maar het reglement bleek, na aanvang, flexibel:
"De poort telt ook mee!"
"Bij start mag je twee!"
"Schampen kan!"
"Hak mag stil!"
"Twee keer raken na overslaag!"
"Poort telt niet mee bij vier!"
"Naaien mag niet terug!" 
"Snap je het niet, pap?" vroeg oudste na een paar minuten. Ik keek blijkbaar een beetje onnozel.
"Jaja, ... nee, .... eh .... natuurlijk wel!" zei ik. Ik voelde me opeens heel erg Edgar. Alsof elk moment Storm om de hoek kon komen, met een ordner in zijn hand. 
"Zo heren. Aan het stiften?"
In no time had ik de E, de Z en de E verzameld, maar ik gaf me niet gewonnen. Een smerige kaats van jongste wist ik met mijn knie te pareren en ik stond meteen in balans om het vervolg van het spel af te wachten, maar oudste pakte de bal in zijn handen.
"Na smeer no knie," zei hij lachend. Het klonk als Jos die het had over Jack-in-the-box. Jongste was het volledig met hem eens. Alle ellebogen konden op tafel. "De L erbij. Je ligt eruit, pap."
Ik sputterde nog wat tegen, maar het spel was uit. Met de bal en de buit onder de arm stapten de jongens naar binnen. Toen we in de keuken kwamen, vroeg hun moeder hoe het was gegaan. Oudste wees naar achteren.
"Siem de Jong hier is een ezel," zei ie.

zondag 17 november 2013

Berenlul

De man wist het allemaal zeker. Samen hingen we op een hangtafel in de snackbar. Hij wees naar de televisie aan de muur, waarop een samenvatting van Oranje te zien was.
"Da's lekker. Oefenen tegen Japan op de vroege middag. Normaal liggen die gasten nog in bed." Hij droeg een blouse en een colbert. Met veel moeite hielden ze een bolle buik binnenboord. Voorzichtig nam hij een hap van zijn goulashkroket.
Op tv profiteerde Van der Vaart van een verdedigingsfout. Behendig tikte hij de bal over de keeper.
"Nou, knap hoor, Rafaël. Scoren voor een leeg doel. Thuis heeft ie ook gescoord, hoor ik. Bij Sabia. Da's lekker!" Met de rug van zijn hand veegde de man een drop ragout van zijn bovenlip. 
"Ed, doe mij nog een kroketje. En een berenlul."
Op het scherm draaide Arjen Robben zich vrij. De bal draaide fraai in de bovenhoek. Het gezicht van Robben kwam close in beeld.
"Nee, da's lekker. Die Robben lijkt op de Mastino van mijn buurman. Wat een hondenkop heeft die gozer, joh!"
De tirade was nog lang niet voorbij. Lens moest lekker terug naar Siberië, Ron Vlaar was nog trager dan zijn schoonmoeder en Cillessen moest die bal gewoon hebben. Daarna kwam de tegenstander aan de beurt. Het begon met het blonde haar van Honda, maar al spoedig ging het over Tokyo, sushi en de onbetrouwbaarheid van zijn Mitsubishi. 
Inmiddels had ik mijn frietje op. Ik zette het bakje op het hangtafeltje. In het zijvakje zat nog veel mayonaise. Precies op dat moment keerde de man met zijn nieuwe snacks terug bij het tafeltje en wilde hij zijn hanghouding weer innemen. De arm landde precies in mijn zijvakje. De klaagzang stopte meteen. Ed, ikzelf en de man in het colbertje, we staarden allemaal naar de elleboog, waaraan nu een grote goudgele huig hing. Het was Ed die de stilte verbrak. 
"Nou, da's lekker," zei hij droog.

zaterdag 16 november 2013

Knotje

Ik mag er graag komen, bij de kapper. Geen groter genot genot dan het knippen van de haren. Heerlijk gefriemel aan je hoofd met schaartjes en een kammetje en zo.
In 'De Vlaamsche Krul', de kapsalon van Ivo met zijn bedrijvige handjes, wachtte ik geduldig op mijn beurt toen er een man binnenstapte. Een stoere kerel, met een aparte haardracht; eigenlijk precies zoals René van Rijswijk vroeger. Van Rijswijk was een buitenspeler die op zaterdagavond de back probeerde te passeren met een paardenstaart op zijn rug. Daarna reed hij stijlvol door de binnenstad van Leeuwarden of Nijmegen. Nonchalant met een arm op het portier van zijn Ford Mustang. 
Nu had hij haast, Van Rijswijk. Hij vroeg of ie vóór mocht. Ik vond het geen probleem.
"Hoe wilt u het?" vroeg Ivo op bekende toon. In zijn rechterhand maakte zijn schaar al knipbewegingen.
Van Rijswijk trok zijn staart los en gooide het als de bassist van Metallica wild door de lucht.
"Net als Zlatan," zei hij toen, "in een knotje."
Ivo gaf geen krimp. Bebop, een permanentje of een knot, het is hem om het even. Met de routine van een oude horlogemaker stortte hij zich op deze Friese staartklok. Een paar minuten later zaten alle uiteinden strakgetrokken in een knot op zijn kruin. Van Rijswijk bekeek zijn Zlatan-kapsel van alle kanten in de spiegel.
"Mooi! Lekker achter de meiden aan, vanavond."
Nadat hij afrekende, keken we hem na, Ivo en ik. Daar liep ie, de stoere vent met een hoofd als een ongehuwde bijstandsmoeder met een tekort aan krulspelden.
Je hoefde er geen helderziende voor te zijn: die ging, net als René van Rijswijk vroeger, vanavond weinig scoren.

donderdag 14 november 2013

Met een boog

Oudste is erg creatief. Op een groot vel papier had hij een pretpark getekend. Compleet met achtbaan, spookhuis en een kassa. Aan tafel kleurde ik samen met hem de tekening in.
In een andere hoek van de kamer zat jongste. Met zijn Wii speelde hij met FC Groningen tegen FC Twente. Onder luid gejuich rende zijn spits naar het Twente-doel.
"Oh, wat mooi!" gilde jongste. Hij is Evert ten Napel wel vaker te snel af.
Op het televisiescherm lag Michailov verslagen op de grond, terwijl de bal met een fraai boogje in het doel verdween. 
"Mooie goal," zei ik, "hoe doe je dat, zo'n boogje?" Trots wees jongste het knopje op zijn afstandsbediening aan. "Een stift!" riep ie glunderend.
Verstrooid keek oudste op van zijn werkstuk. "Welke kleur?" 
Jongste reageerde niet. Hij keek geboeid naar het feestje rondom de doelpuntenmaker. Volgens Ten Napel was het Matavz.
"Tim Matavz? Die speelt toch bij PSV?" vroeg ik.
"FIFA 11", antwoordde jongste geërgerd. Het klonk als John van den Brom die op een persconferentie reageert op een stomme vraag.
"Hij lijkt niet echt blij met zijn wereldgoal," probeerde ik nog. De computer-Matavz nam de felicitaties in ontvangst als een man die zich bij de apotheker meldt voor een aambeienzalfje. Opnieuw was jongste geïrriteerd. "Dat hoort gewoon zo, papa. Dat is stoer!"
Intussen had oudste aan tafel een nieuw vel gepakt. Hij tekende een toverfee, deze keer. Door het pretparkproject was een dikke streep getrokken. 
"Wat is er mis met deze?" vroeg ik.
"Gewoon, mislukt," antwoordde oudste. Hij verfrommelde het papier tot een balletje en wierp het achteloos weg. Met een fraaie boog belandde het pretpark in de prullenbak. De gedachte schoot als een verrukkelijk luchtje van Cacharel door mijn hoofd: de jongens beheersen het allebei, de stift.

maandag 11 november 2013

Brood en banket

Ik stond bij de bakker.
"Twee volkoren?" vroeg de bakker. Hij heet Humphrey. Humphrey is geen goede naam voor een bakker. Een bakker moet Bart heten. Of Bennie.
"Is goed. Twee volkoren graag," zei ik. Ik bestel altijd twee volkoren bij de bakker. En soms een Waldkorn. Als ik grote trek heb.
In mijn rug rinkelde het belletje van de deur. Een man stapte binnen. Vanuit mijn ooghoek zag ik het meteen. Christiano Ronaldo. Gel in het haar, een zwart ski-jack en glimmende schoenen. Zo rook hij ook, naar glimmende schoenen. Terwijl Humphrey mijn twee volkoren sneed, pakte Ronaldo een mueslibol uit een mand en begon ermee hoog te houden. Achteloos wipte het bolletje van de ene op de andere knie.
"Nou, knap hoor," snoefde ik. Ik had hem meteen door; die oude trucendoos probeerde mij te imponeren. Toen pakte Ronaldo er een tweede mueslibol bij. Ik geef toe, hij had mijn aandacht. De broodjes hupten van knie naar borst en schouder. Opnieuw ging het belletje. Zlatan, deze keer. Hij droeg zijn haar in een staartje. 
"Hé, ouwe pik!" zei Zlatan.
"Hé Zlatan," zei ik. "Alles goed?"
Ronaldo was nog steeds druk bezig. Hij hield nu twee mueslibollen, drie tompoezen en een half tarwe in de lucht. Humphrey legde mijn volkorenbroden op de toonbank.
"Wat mag het zijn?" vroeg Humphrey aan Zlatan. Zlatan pakte een bruin stokbrood, ging als een aangewezen slagman voor de toonbank staan en mepte er Ronaldo vol mee tegen het achterhoofd. Daar lag ie op de vloer tussen de halve bakkerij, meneer met zijn glimmende schoentjes.
"Twee volkoren alstublieft," zei Zlatan, "en een Waldkorn graag."
Ik dacht het al te zien. Zlatan had honger.

zondag 10 november 2013

Ongevaarlijk

“Mag de televisie aan? Freek op safari begint zo meteen,” vroeg oudste.
Oudste heeft eindeloze bewondering voor Freek Vonk. Knuffelbioloog. De man die aan bij tafel bij DWDD vogelspinnen en tijgerpythons over de arm van Matthijs van Nieuwkerk laat kruipen. De natuurliefhebber die thuis Eva Jinek op de bank heeft zitten, maar met nog meer vuur ergens in Afrika bovenop een krokodil duikt, vervolgens een keer met zijn kop schudt en dan voldaan de camera in kijkt: “Supergaaf!”
In deze aflevering stond Freek kromgebogen in een wildreservaat in Zambia. Als Kromowidjojo dook hij in het struikgewas. Toen de stofwolken waren opgetrokken, stond Vonk met een reuzenhagedis in zijn hand, een varaan.
“Die heeft hij thuis ook,” zei ik, “eentje van twee meter, als huisdier.” Oudste keek me aan alsof ik een sprookje vertelde.
“Serieus,” ging ik verder, “zo'n beest ziet er boosaardig uit, maar Freek heeft hem getemd. Hij doet niets, zijn naam is Johan.”
Op een tweede scherm keek ik naar PEC Zwolle tegen FC Twente. De Tukkers hadden het moeilijk. Aan het begin van de tweede helft kwamen ze zelfs op achterstand. Langs de lijn stond Michel Janssen. Driftig probeerde hij de bakens te verzetten.
“Goh, die trainer van Twente is boos,” zei oudste. Op de achtergrond zat Alfred Schreuder op de bank, de man zonder diploma die in Enschede, zo weet iedereen, aan de touwtjes trekt.
“Nou, hij kijkt wel boos, maar hij doet eigenlijk niets,” antwoordde ik.
Ze leken ineens veel op elkaar. Johan, de varaan van Freek Vonk en de schaduwtrainer van FC Twente. 

Rugnummer in ruste

David di Tomasso en Theo Bos

in Utrecht en Arnhem
voor eeuwig met nummer 4 verbonden

hoe zit dat in Londen?

Zal op Stamford Bridge
na het pensioen van keeper Cech,
gekoesterd door velen,

nooit meer een doelman
met een Solex-helmpje spelen?

vrijdag 8 november 2013

Nieuwe helden

Jongste zat in een wak. Door de vele regenbuien werd de wedstrijd van F9 afgelast. Ontroostbaar hing ie in de bank. Om hem uit zijn depressie te halen, zette ik teletekst op. Pagina 804.
"Kijk, de selectie van het Nederlands elftal," zei ik iets te vrolijk. Het klonk als een Filippijn die na de tsunami zijn huis terug vond. 
Samen namen we de lijst door. "Cillessen, ...Krul, ...Martins Indi, ...Veltman..."
"Veltman? Wie is Veltman?" wilde jongste weten.
"Joël Veltman," antwoordde ik, "een jonge verdediger van Ajax."
Vanuit de keuken meldde mijn vriendin zich in het gesprek.
"Van Ajax? Daar speelt toch Moisander. En Wensdil?"
"Denswil," zei oudste over de rand van zijn Donald Duck, "Stefano Denswil." Het selectiebeleid van Louis van Gaal hield nu het hele gezin bezig.
"Is ie goed, pap, die Veltman?" vroeg jongste. Tja, is Veltman goed? Hoe leg je uit dat je na één goede wedstrijd naast Robben en Van Persie aan het ontbijt in Huis ter Duin kunt zitten?
Om me er vanaf te maken stelde ik een partijtje op de inrit voor. Met zijn drieën stormden we naar buiten. Het was geen zaterdagochtendwedstrijd met F9, maar toch. Ik ging op doel.
"Ik ben Van der Sar," zei ik. Ik ben al jaren Van der Sar.
Oudste koos voor Van Nistelrooy. Hij heeft ook een voorkeur voor oude helden. Jongste krabde aan zijn achterhoofd. Hij dacht na. Met zijn andere hand stuiterde hij de bal enkele keren. Toen was hij eruit.
"Ik ben Veltman!" riep hij en gooide de bal omhoog om het potje te starten. Het gaat hard met het Nederlandse voetbal, bedacht ik me. Eén goede bloktackle in de Arena en je belandt met een poster in vele jongenskamers. 

Zweeds gehakt

Ineens is Ola Toivonen bezig met een charme-offensief. Heldere blauwe ogen, een grappig ongeschoren baardje. Kapitein Iglo strooide tegen Zagreb met steekballetjes alsof het vissticks waren. 
Dat is vreemd.
Bij Toivonen denk ik namelijk al jaren aan Kasper. Kasper is het jongetje dat op het schoolplein, achter de rug van de meester, aan de paardenstaarten van de meiden trok. Als we na de pauze binnenkwamen, had hij alle cupcakes van het jarige klasgenootje opgegeten. In de buurt stak hij stiekem vuilnisbakken in de fik. Niemand hield van Kasper.
Dolgraag wil ik geloven in een andere Toivonen. De Toivonen die thuis, achter de gordijnen, hulppakketten samenstelt voor Hongaarse weeskinderen. Een warm mens dat in de keuken stiekem gehaktballetjes van de Ikea bakt. Vanuit de huiskamer klinkt ABBA, zachtjes neuriet Ola mee met Fernando. 
Ik verlang naar een Toivonen die de weg wijst. De ervaren voetballer die de andere PSV'ers uitlegt dat het profbestaan meer is dan een kinky kapper en een tatoeage van een zeemeermin in je nek. Iemand die de arm om Maher heenslaat en hem toefluistert om nu vooral geduldig te zijn. Een mentor die Jetro Willems met de voeten op de grond houdt.
Maar ik ben bang dat het lentebriesje van Toivonen van korte duur is. Een oprisping voor eigen voordeel. Dat we, als het nieuwe contract binnen is, de streken van Kasper weer gaan zien. Ik vrees voor rode kaarten voor Van Peppen en Lex Immers. Dat ze wild uithalen als tijdens een opstootje in de wedstrijd tegen PSV ineens iemand vol op hun voeten is gaan staan. Achter de rug van de scheidsrechter sluipt de dader weg.
Niemand houdt van Toivonen.





maandag 4 november 2013

Beethoven

Ik kan me vergissen, maar ik geloof niet dat de koppositie van AZ tot Gertjan Verbeek is doorgedrongen. Vanuit de Bundesliga trekt hij een lange neus naar Alkmaar en omstreken. Vol overgave werkt hij aan de wederopstanding van 1.FC Nürnberg. Eigenzinnig dirigeert hij de selectie naar nieuwe hoogten. Een beetje Alle Menschen werden Brüder, maar dan op zijn Verbeeks.
Verbeek in Duitsland, dat levert verrukkelijke beelden op. De voetbaltrainer met die noeste kop bij de bouwmarkt op zoek naar spullen voor een nieuwe vloer, daar kan ik uren mee vooruit. Ongeduldig loopt ie door de houtafdeling. Ineens wijst ie naar een stapel eikenhout.
"Ist das Holz strak vuurgedraaid oder voorgepregneeerd mit Schackelbilz?" vraagt ie aan een jongen met Uwe op zijn Hornbach-sweater.
"Wie bitte?" 
"Das Holz. Strak Feuergedreht oder Fürpregniert?" Verbeek heeft zich goed voorbereid met een artikel uit de nieuwe Eigen-huis-en-tuin, maar Uwe kijkt alsof hij het in Keulen hoort donderen. Hij roept het hoofd van de houtafdeling erbij. We weten allemaal waar dat op uitdraait: nog voor sluitingstijd is de complete Hornbach opnieuw ingedeeld op vuurgedraaid of Schackelbilz.
Gertjan Verbeek en zijn tweede natuur: een Duitser de les lezen op Pünktlichkeit. Op het trainingscomplex kunnen ze er inmiddels over meepraten. Kantinejuffrouw Ullrike dient de koffie vanaf heden schwarz op te dienen, terreinknecht Georg mag het veld slechts sproeien op oneven dagen en linksback Kalle moet hard aan de slag met zijn achterste triceps kuitspieren.
Ik geef hem nog twee maanden in Neurenberg, Gertjan Verbeek met zijn Ludwig-von-Beethoven-kapsel. Dan kieperen ze hem daar met zijn allen in de sloot.

vrijdag 1 november 2013

Ik hou van Holland

Het wordt een mooie maand, november. Zware herfststormen in de stadions. Ik verheug me op natte wedstrijden in de Kuip. Ronald Koeman met dat hoofd als een rijtjeshuis, striemende regen die tegen zijn voorgevel slaat als Feyenoord zonder Pellè maar niet tot scoren komt. Marco van Basten, die voor de dug-out als een verzopen kamerplant ouderwets juicht bij een doelpunt van Finnbogason, dan kan ik weer een week vooruit.
Knotsgek, dat woord wil ik niet meer horen. De mensen die de Nederlandse competitie krankzinnig vinden, laat ze lekker verdwijnen naar Spanje, met zijn paëlla en de Seat Toledo. Dat gedweep met die El Classico. Pingelen als Messi, dat zie ik hier op het veldje ook. De betweters die het spel van Demouge ongepolijst vinden, laat ze verplicht kijken naar de Serie A. Eén wedstrijd in San Siro en je wilt op je knieën terug naar Cambuur en PEC, terug naar de vrolijkheid van Bram van Polen.
Terwijl iedereen over de schutting kijkt voor de perfecte balaanname in Engeland en een Superspiel van Bayern München, verlang ik naar de doelpunten van Filip Kurto, het gezicht van Piet Velthuizen na een stift van Ritzmaier, een hoofdwond van Kolder. Ik ben benieuwd of dat gekkie van een Sana weer een nieuwe coupe heeft en of Cocu een lok achter zijn oor strijkt als Toivonen een vinger in het oog van een Bulgaar prikt. Ik word gelukkig van het staartje dat danst op de rug van Antonia, een één-tweetje van Tadic met Mohktar, een liedje voor Jeroen Verhoeven, een uitzending van Studio Sport, gewoon om zeven uur. Heeft de BBC dat eigenlijk, een presentator die met een piepstem zijn afscheidsspeech begint? 
Maar het meest verheug ik me nog op AZ. Het komt door Maarten Martens. De Belg ziet er uit als een worstverkoper bij de HEMA, maar hij heeft een linkerbeen als een keu. Martens voetbalt zoals Raymond Ceulemans vroeger biljartte: met een perfect gevoel voor snelheid en ruimte steekt hij de bal voor de voeten van Aron Jóhannson. Alkmaar ontploft.
En dat Dickie dan juicht.