zondag 26 mei 2013

Winnende goal

In het potje twee tegen één kantelt jongste na een mooie goal zijn hand naast zijn oor heen en weer.
"Wat doe je nu?" vraag ik.
"Dat doet Pellè ook als hij scoort," antwoordt jongste.
Thuis kijken we vaker Studio Sport dan Spongebob.
De strijd verhardt. Na een fraaie schaar schiet oudste de bal vol op mijn kin. De bril vliegt als een matchboxautootje door de lucht. Na een gloedvolle strijd klinken bij de stand 9-9 de woorden voor een grande finale: "winnende goal."
Vele schermutselingen later, vlijmscherpe tackles en onrechtmatig door mij afgekeurde doelpunten, weet ik uiteindelijk de tiende goal binnen te frommelen.
Ik ervaar een nieuwe sensatie, euforie maakt zich van mij meester. Alles, alles komt eruit. De werkweek, de aangebakken aardappelen, de zaterdagkrant die nat bezorgd werd, al het ongenoegen vindt zijn uitweg na het doelpunt in de laatste minuut.
Ik laat het lopen.
Met een verre aanloop glijd ik met gebalde vuisten op mijn knieën terug naar mijn eigen goal. Door de vele buien eindig ik pas in de rododendron. Als ik de twijgjes uit mijn mond pluk en de groene vlekken van mijn broek veeg, meldt mijn vriendin zich aan de zijlijn.
"Wat doe jij nou?" vraagt ze geïrriteerd. Ze weet dat grasvlekken er moeilijk uit gaan.
"Eh, ik voelde me even Robben." Ik probeer de zaak te redden, maar ze is vernietigend in haar oordeel:
"Aansteller."

vrijdag 24 mei 2013

Arjen doet het zelf

Duitsland is in. Verjaardagsfeesten worden gevierd met Sachertorte en moezelwijn en in de supermarkt is de Schwarzwalder Schinken al weken in de aanbieding. Mijn bakker op de hoek, doorgaans de nuchterheid zelve, bakt dagelijks honderden Berliner bollen. Ineens zijn we allemaal ein Berliner. 
Het komt allemaal door de finale van vanavond. Niet Real of Barcelona, geen Manchester of Milan, maar twee Duitse ploegen spelen om de hoogste Europese eer en Robben staat op rechts.
Arjen Robben in een Champions League-finale, daar mag ik graag naar kijken. Als de bal aan de voet komt, trekt hij het apothekershoofd tussen de schouders en gaat rennen. Binnendoor, altijd binnendoor.
Dat zit zo.
Robben woont in Bad Schlisselheim, een gehucht onder de rook van München. Een kerkje, zeven huizen en Friseursalon Ullrich Hühnenstreich, nur für Männer. Robben woont naast het kappertje. Hij lag meteen bij Ullrich in de stoel. Een beetje klagen over schwalbes. Het scoren ging ook nog moeilijk, die tijd.
"Ik zou binnendoor gaan voor de verre hoek,"  zei Ulli, terwijl hij met de Braun op twee over de schedel ging.
Vanavond loopt Bad Schlisselheim uit voor de wedstrijd. Horst Knupf, Bastian Erderweisz, Holger Sammergeil, Ludwig Brüdermensch en Didi Karmenov, zoon van een Armeense immigrant; trots zullen zij allen de finale aanschouwen in de huiskamer van Ulli. Met het bovenste knoopje van de lederhose los, een goed gebruik in Beieren.
Dan, na de wedstrijd. Met overslaande stem informeert een ARD-reporter naar het winnende doelpunt: "Hoe komt dat toch, Arjen, dat binnendoor gaan en scoren in de verre hoek?" 
Ulli houdt zijn adem in.
"Ach, das geht vanselbst," Arjen haalt de schouders op.
In Bad Schlisselheim kijken ze elkaar verbijsterd aan. Sammergeil slaat woest zijn bier van tafel, Knupf staat demonstratief op en verlaat de kamer. Ook daar wordt de conclusie getrokken.
Arjen Robben? Egoïst.

woensdag 22 mei 2013

Nou Camp, vak 122

Vanwege een blessure betrad Messi pas na afloop van de wedstrijd het veld. Op zijn arm droeg hij zijn zoontje. Ook dat deed hij achteloos.
Om de supervoetballer heen was het een drukte van belang. Allerlei mannetjes brachten reclameborden en confettikanonnen in stelling om het behaalde kampioenschap in de Primera Division te vieren.
Twintig meter achter me, op de eerste ring van Nou Camp, zat mijn nichtje. In een invalidenvakje zat ze in haar rolstoel naast een oudere mevrouw uit de Randstad. Het omaatje bleek een vurige fan van Feyenoord. Dat leverde tijdens de wedstrijd met mijn nichtje, overtuigd Ajacied, mooie gesprekken op.  Na een fase van voorzichtig aftasten was het kennismakingsgesprek op sportieve wijze door de Rotterdamse beslecht.
"Nou ja, gefeliciteerd met de titel in Amsterdam dan maar."
Terwijl de spelers van Barcelona met de kinderen aan de hand aan een ereronde begonnen, barstte boven het stadion een groot vuurwerk los. 
Ik keek nog eens achterom.
Mijn nichtje en haar buurvrouw, met een grote glimlach bekeken ze samen naar het spektakel. Geen verheven opmerkingen over godenzonen. De woorden 'joden' en 'kakkerlakken' vielen niet. Schouder aan schouder keken Ajax en Feyenoord toe bij de huldiging van de nieuwe Spaanse kampioen. 
Om ons heen straalden alle socios van trots. In een flits, toen Messi, Xavi, Iniesta en alle andere spelers voor ons passeerden, voelde je het wezen van voetbal door de rangen golven. Voetbal is geen strijd. Het is verbroedering. 

Wachten

Met mijn zus en twee nichtjes wachtte ik op een muurtje voor Nou Camp. Het duurde nog tien minuten voordat de stadionpoorten geopend werden. Drie meter naast ons stond een dikke Spanjaard zijn stalletje met vlaggen, vaantjes en voetbalshirts te schikken.
Een vrouw met Nick en Simon op haar shirt stopte met haar zoon voor het kraampje. Haar man keek op de tweede rang toe. Zijn onderbroek was zichtbaar boven zijn spijkerbroek. 'Björn Borg' stond erop.
Nu kwam het erop aan. Het wekenlange zeuren om een voetbalshirt ging hier zijn voltooiing krijgen. Er hing een prachtig retroshirt tussen en een klassieke 'blaugrana' met gele bies, maar zijn vinger strekte zich uit naar het shirt waarin Barcelona dit seizoen de uitwedstrijden speelde. Het truitje dat van boven oranje begint en van onder geel eindigt.
De vrouw deed het woord. Terwijl ze steeds met de ogen knipperde, maakte ze in gebrekkig Engels duidelijk dat er nog een naam op de rug moest. Haar man hield zijn handen in de zakken. Het was zo'n vader die alles betaalde en hoopte dat ie er dan vanaf was. De Spanjaard vond het prima. In alle rust perste hij de letters M-A-X op de achterkant.
Even later opende Nou Camp haar deuren voor de wedstrijd tegen Real Valladolid. Als een zuurstok voegde Max zich in de stroom Catalanen, in de rug gedekt door Björn Borg en Nick en Simon. Ik keek naarstig om me heen. Was dit toegestaan? Greep hier niemand in? Voetje voor voetje schoof folklore uit de polder op naar één van de mooiste stadions van Europa. Overweldigend mooi en aartslelijk in één beeld gevangen. Het bood zich op een dienblaadje aan: World Press Photo 2013. Maar nog voordat ik de camera uit mijn zak had gegrist, was het Hollands gezinnetje al uit beeld verdwenen. Meedogenloos verzwolgen door de massa.


donderdag 16 mei 2013

Walvissen kijken

Aan de westkust van Vancouver Island zwommen veel walvissen. Vanaf onze standplaats op de camping konden we de staartvinnen zien, die met kracht op de golven sloegen. Onze gehuurde camper stond naast die van een oude Amerikaan. Hij kwam uit Californië en werd vergezeld door een veel jongere vriendin met grote borsten. Voor de walvissen had hij weinig aandacht.
Mijn vriendin wilde de volgende dag op 'whalewatching'; ze had posters gezien van toeristen op een bootje die van dichtbij de kolossen observeerden. Maar ik zat met mijn hoofd al bij het WK: Engeland moest tegen Argentinië.
Vanwege het tijdsverschil met Japan begon de wedstrijd om twee uur 's nachts. Aan het voeteneinde van ons bed boven de stuurcabine plaatste ik ons tv'tje, een voet links en een voet rechts. Mijn vriendin sliep al. Pal voor rust floot Collina voor een penalty. David Beckham ging achter de bal staan. Een bijzonder moment; vier jaar eerder was hij geflikt door Simeone. Beckham kreeg rood en werd in Engeland een tijd lang meer gehaat dan de Yorkshire Ripper.
Hij schoot de pingel hard in, recht door het midden. Ik juichte luid, mijn vuist beukte tegen het dak van de camper. Het werd al licht toen ik de tv uitzette.
"Hey mister, did you score last night?" vroeg de Amerikaan de volgende ochtend met een vette knipoog. We stapten samen aan boord voor de walvistocht.
"No sir, England did." Ik onderdrukte een geeuw.
Nog voordat de kust van Vancouver Island uit het zicht verdwenen was, zakte ik, met mijn hoofd tegen de kajuit, weg in een diepe slaap. Na afloop praatte mijn vriendin me enthousiast bij over de vier walvissen die op twee meter van de boot gezwommen hadden. Ze had geen medelijden.

woensdag 8 mei 2013

Dick

Met jongste meld ik me op het veldje voor een potje wie-scoort-is-kiep. Ik begin op doel, jongste staat in gedachten verzonken op de penaltystip. Ik weet wat er gaat komen: hij moet nog in de huid van een voetbalheld. 
"Ik ben Siem de Jong," zegt ie na een paar seconden. Jongste leeft erg in het nu. "Wie ben jij?"
"Eh, ik ben Theo Custers." Ik ben meer van de glorie uit het verleden. Het maakt geen indruk op jongste. Hij haalt zijn schouders op en legt de bal klaar. 
Custers. Ik had net gelezen dat de Belg financieel aan de grond zit. Met afstand is Theo Custers de lelijkste doelman ooit. Een krullenbol als Hans Otjes, kromme rug, sokken op de enkels en een hangsnor. In stadions noemden ze hem 'de walrus'. Toch kon hij een bal tegenhouden, in het tijdperk van Pfaff en Preud'homme speelde hij op het WK van '82 voor de Rode Duivels.
Tegenover me legt jongste de bal gereed. Terwijl hij een aanloop neemt, loop ik door de clubs van Custers. Antwerp FC, KV Mechelen, Espagnol. Toch ook een seizoen bij Helmond Sport? Het schot van jongste verdwijnt tussen mijn benen in het doel.
"Die kon je hebben!" roept ie gretig. Hij weet wat er nu gaat komen: een houdbare bal doorlaten betekent 'kontje-knal'. Ik draai me om en ik buk. Daar sta ik. Ik voel me net Dick Advocaat na een jaartje PSV, klaar voor de tuchtiging. Als een vent wacht ik op de knal op mijn achterste. Maar er gebeurt niets.
"Waar wacht je op?" vraag ik tussen mijn benen door. Jongste hangt ondersteboven aan het gras. Zijn schouders schokken van plezier.
"Dikke kont heeft die Custers," zegt jongste, voordat ie hard de bal raakt.

maandag 6 mei 2013

Gullit en de meisjes

Ruud Gullit die mij als tv-kijker rondleidt door de gangen van het Rijksmuseum, ik heb het filmpje vaak bekeken. Ooit denderde hij met wild wuivende rasta's over de flanken van San Siro, maar nu staat hij met zijn neus op schilderijen van Steen en Frans Hals; dat is wennen. 
Het was zijn moeder die hem aan de kunsten liet snuffelen, ze boende de vloeren in het museum. Mooi beeld, de kleine Ruud die zich bij het vallen van de avond met bal onder de arm bij het werk van zijn moeder meldt. Ze is nog niet klaar. Op een suppoostkrukje draait Ruud verveeld door zijn reggaekrulletjes.
"Ma, ik heb niets te doen."  
"Niet zeuren, jongen. Ik ben zo klaar. Ga nog maar even voetballen."
Twee gangen verderop vindt haar zoon een perfecte plek om zijn traptechniek te oefenen. Ter hoogte van het Joodse bruidje legt Ruud de bal op de zestienmeterlijn, tegen een verre muur de contouren van het doel. De wreeftrap eindigt in de bovenhoek van de Nachtwacht.
Even later, het trainen van voorzetten. Ruud kaatst de bal via het melkmeisje  hoog voor de pot. Met ferme hoofdknikken mikt hij op het doel. De gehele compagnie van luitenant Banning Cocq wordt geraakt. Tussen Rembrandt en Vermeer werkt Gullit aan zijn eigen meesterwerk.
Zestien jaar later, in juni '88, kopt hij op dezelfde wijze zo'n voorzet achter Dassaev. De EK-finale kleurt oranje. Na de wedstrijd het praatje met de NOS.
"Het eerste doelpunt? Ik leerde koppen in het Rijksmuseum," verklaart Gullit.
Theo Reitsma fronst zijn wenkbrauwen.
"Ja, met dank aan het melkmeisje."



zondag 5 mei 2013

De regisseur

Met vlakke hand geeft hij het toestel een klap tegen de zijkant. Alleen maar ruis. Een balletje buitenkant voet over de verdediging of de club manoeuvreren naar een totaal andere aanpak, daar draait hij zijn hand niet voor om. Op het dakterras van het buitenhuis in Spanje de televisie aan de praat krijgen, dat is andere koek.
"Danny, hij heeft weer kuren!" 
Opnieuw verdraait hij de antenne, zoals een gelukszoeker met een detector de bodem afspeurt. Plots, met de ontvanger gericht op het noorden, geeft het tv'tje schokkerig beeld. Een spandoek op de tweede ring, de warming-up van Alderweireld en Moisander, De Boer met de microfoon van Van Gangelen onder de neus. Dan een close-up van de bondscoach, ergens op de tribune.
"Judas," mompelt de verlosser.
Met de metalen steel van de terrasveger tegen de antenne, provisorisch redmiddel in eerdere crisissituaties, schakelt de camera met helder beeld naar de Engelenbak. Als een line-up voor een Champions League-duel passeren de oud-spelers die na de ingreep de club leiden: Jonk, Bryan Roy, Overmars, Van der Sar.
Door de schuifdeuren verschijnt Danny. Ze ziet haar man met zijn benen omhoog op een krukje voor het televisiesetje, op schoot rust de bezemsteel die constant contact houdt met de antenne.
"Riep je me, Johan?" vraagt ze. 
In Amsterdam passt Siem de Jong strak naar Sigthorsson. In de dug-out leunen De Boer en Bergkamp achterover.
"Het is al opgelost," zegt Cruijff, "alles is onder controle."

vrijdag 3 mei 2013

Scrabble

De aanloop leek op zijn hele carrière. Een gretige sprint, in een rechte lijn naar de bal. Kuijt schoot de penalty prachtig binnen. In heel het land hoorde je Katwijk juichen. Het gras op het hoofdveld van Quick Boys krulde van trots en de kabeljauw sprong spontaan aan wal.
Het blijft wonderlijk, Dirk Kuijt met zijn blonde kop in Istanbul. Met zijn O-benen door het hectische verkeer op zoek naar een nieuwe pot gel. Thuis pruttelen de peultjes, Old Amsterdam in de koelkast. De familie Kuijt vormt een Hollands eiland in de Turkse wereldstad. Na het avondeten komt de sjoelbak op tafel of nog leuker: visite. Lekker keuvelen over de ingegroeide teennagel van tante Jannie.
Een straat verderop, in hun Feng Shui ingerichte penthouse, zijn alle herinneringen aan het vaderland weggestopt. Wesley staat met een Ray-Ban en een kek leren jasje voor de design-spiegel.
"Wat vind je, Yo? Kraagje omhoog?"
Yolanthe hoort hem niet. Op de loungebank bedenkt ze een tv-format voor SBS6. Een programma voor vrouwen deze keer. Iets met mode en lingerie, spannend speelgoed voor billen en borsten. 
Lingerie. Kuijt legde het woord een keer tijdens een potje scrabble. Drie keer woordwaarde. Behalve 76 punten leverde het hem twee blozende wangen op. Kuijt is niet zo van het pikante. Een benutte penalty is voor hem opwindend genoeg. Hard en droog.

woensdag 1 mei 2013

Open brief

Okay, we missen de finale. Maar we kwamen nog erg dichtbij, ik had niet anders verwacht. Of dit het einde was van een tijdperk, vroeg een journalist na afloop. Hij bedoelde natuurlijk of dit het einde was van míjn tijdperk, de hyena.
Luister, die Duitsers speelden niet slecht. Talenten met goud in de schoen, opgehitst door een beginnende coach aan de zijlijn, een stagiair. Hij doet me denken aan de eend in mijn achtertuin, Jürgen Klopp, hetzelfde dons op de kaken. Elke morgen waggelt hij door mijn heg, een nest jongeren achter zich aan. In een rechte lijn zonder zijsprong, bang nog voor de gevaren van het leven. Götze, Reus, Gündogan, Lewandowski; zij zijn dat nest. Dortmund is een team met volgzame kuikens. 
Na mijn ontbijt ga ik naar boven en kleed me om. Als torreador. Als stierenvechter sta ik voor de spiegel. Voor wéér een dag in de stierenkooi van Madrid. Dat is wat ik doe, overleven tussen onberekenbare runderen, vol testosteron. Het enige voorwerp dat ik heb is een rode lap, door mijn moeder in elkaar genaaid uit Chinees zijde. 
Stieren zijn krachtige beesten, volwassen, trots, intelligent. Ze schrapen hun hoeven, briesen uit de neusgaten. Hun hoorns hebben het op mijn achterste gemunt. Een fraai achterste, al zeg ik het zelf. Elke dag prikkel ik Cristiano, hou ik Pepe in toom en zet ik Casillas naast me, op de bank. Mijn dagen spelen zich niet af in een achtertuin, tussen het riet. Real is geen rimpelloze vijver.  
Maar ze zullen mij en mijn rode lap nog gaan missen als ik besluit om de Koninklijke te verlaten. Ze zullen over me praten als een prijsvechter, als hun tweede vader. Vraag het maar aan John Terry, Ballack, Zanetti, Drogba, Eto'o, Sneijder.
Ik zag de moedereend zweten, de laatste minuten in Bernabéu. Zijn eendenbilletjes lagen bijna op de barbecue. Als Ramos die voorzet goed raakt, spelen wij de finale. Het lot besloot anders. Ik wens hem veel succes op Wembley. Misschien zal Klopp de achtertuin ooit verlaten. Heeft hij een moeder die een rode lap voor hem naait, desnoods van ruw katoen uit het Ruhrgebied?
Het is slechts een voetbalseizoen dat voor mij eindigt, u gaat nog van mij horen.

Met warme groet,

The Special One (more than ever)
José Mourinho