donderdag 28 juni 2012

De klokken van Carrara

Het gebeurt al bij de eerste tonen. Het tintelt als een deuntje uit een ver verleden door zijn hoofd. Gianluigi Buffon hoeft zijn ogen maar te sluiten en hij zit weer op een tak van één van de olijfbomen in de achtertuin van buurman Antonio. Een zachte bries blaast door zijn haren, de ruwe bast maakt lichte striemen in zijn rug. In de verte kondigt de kerktoren de ochtendmis aan, maar in de schoot van Gianluigi brandt de gedroogde ham die hij net uit het kelderkamertje van oma Sophia pikte.
Op het landweggetje passeert een vriendje.
"Hé Christian," roept de kleine Buffon vanaf zijn hoge positie, "ga je mee voetballen?"
"Nee, ik moet naar de mis, straks misschien."
"Maar ik heb een ham meegenomen, van oma Sophia."
"Een ham? Van oma Sophia? Ik kom eraan!"
Buffon schreeuwt de laatste uithalen van het volkslied mee. De zoete smaak van het vlees danst door zijn mond. Als hij zijn ogen opent, ziet hij het shirt van Italië, blauw als de Middellandse Zee waar hij met Christian in zwom. 
Als later Mario Balotelli de Duitse keeper verrast met een rake kopbal en de bal hoog in het doel jaagt, klinken de torenklokken van Carrara luidt door het Toscaanse land. In een olijfboom gilt een kleine jongen het uit van vreugde. Hij is gelukkig. Buurman Antonio, zijn vriendje Christian, oma Sophia, zij allen juichen met hem mee.


zaterdag 23 juni 2012

Truus en Sara

Het beeld staat op mijn netvlies. 1974. In de tweede minuut van de finale zit ze in doodsangst in de armen van Maya Suurbier, het hoofd afgewend van het veld. Naar Neeskens' penalty durfde ze niet te kijken. Truus van Hanegem, lange tijd was ze mijn favoriete voetbalvrouw.
Thuis op de boerderij in Leerbroek, snapte ze haar rol van wegcijferen. Door de ondersteuning van Truus kon Wim van Hanegem Feyenoord naar grote hoogte stuwen.
"Wat is er, Willem?"
"Het is Coen, Truus. En die gozert van Kindvall. Ze spelen veel te gehaast."
"Dan zorg jij toch dat ze op tijd vertrekken, Willem."
"....verrek!"
Truus hield Willem in balans.
Ergens onderweg naar de zomer van 2012 is de status van de voetbalvrouw sterk veranderd. In navolging van Victoria Beckham gaan de 'wifes and girlfriends' in een creatie van Dolce en Gabbana naar de EK-stadions, het tasje van Louis Vuitton op schoot. De nobele taak van Truus, ondersteun je man op de achtergrond, is vervangen door een prominente plek in de spotlights.
Die hint werd in Nederland gretig opgepikt. Als Sylvie van der Vaart een cameralens in haar buurt ruikt, draaien haar ogen automatisch als een krolse kat. En niet zonder resultaat, in Duitsland is ze populairder dan Sauerkraut mit Currywurst, maar voor veel moderne voetbalvrouwen geldt het adagium dat billen en borsten beter gevuld zijn dan het hoofd. 
"Geitenkaas," zou Cruijff zeggen.
Ook hier worden we afgetroefd door de Spanjaarden. Gisteren, na de kwartfinale waarin Spanje Frankrijk afschminkte, bleek waarom. Voor de sponsorborden in de persruimte stond Casillas tegenover Sara Carbonero, presentatrice van het Spaanse tv-station Telecinco.
"Iker, de 2-0 winst van Spanje begint bij jou. Je bent een baken van rust en stuwt de ploeg ermee naar nieuwe prijzen. Hoe lukt je dat?"
In de twinkelende ogen van de keeper zag je de neiging de journaliste vol op de mond te zoenen. 
"Door jou, Sara. Je houdt me volledig in balans."
Het begint erop te lijken, we hebben weer een echte.

vrijdag 22 juni 2012

The Extra Terrestrial

Ze zijn inmiddels allemaal prachtig in beeld gekomen, de spelershoofden. Tijdens de volksliederen zwenkt de camera prettig traag langs alle gezichten. Jong, oud, serieuze blik, verbeten, nerveus of ontspannen. Het hoofd van Andrea Pirlo is verreweg het mooist. Prachtig geboetseerde kop, diepe doorleefde groeven in een somber gezicht. Het ging bij Pirlo niet altijd van een leien dakje. Zijn hoofd zou prachtig staan op de buffetkast, tussen Mozart en Beethoven, andere componisten die mensen in vervoering brengen. De muziek van Pirlo komt echter niet uit een viool of cello, maar uit zijn rechterbeen. Met passjes, zacht als Chinees zijde, creëert hij zijn eigen symfonie op het Italiaanse middenveld.
Het vreemdste hoofd in de EK-gallerij is van Mesut Özil. De begaafde linkspoot met de rare ogen. Als de camera hem passeert lijk ik verdwaald in een film van Steven Spielberg: The return of E.T., het buitenaards wezentje. De wijze waarop Özil in het veld de linies samensmelt, is ook niet van deze wereld. Özil beheerst de ruimte alsof het zijn thuis is. 
"Hij is een Duitser," vinden onze oosterburen.
"Nee, een Turk," zeggen ze in Istanbul.
In Madrid hebben ze het door: een Galactico.
In Gdansk, de kwartfinalestad die Oranje nooit bereikte doordat Sneijder over te veel molshopen struikelde, versperde Griekenland de Duitsers even de weg, maar het gat werd op tijd gevonden.
Duitsland fietst dóór in het toernooi. In het mandje voorop zit Özil, de voetballer from out of space.



donderdag 21 juni 2012

Slecht humeur

Je hebt het keihard nodig, zo'n rustdag. Een EK volgen is topsport. Een bikkelhard ritme van voorbeschouwing, twee wedstrijden én nabeschouwing op één avond, het sloopt je. Twaalf dagen inmiddels. In die tijd trokken Pirlo's subtiele steekballen, de ijsmuts van Bilic, de kopgoal van Carroll en de grillen van Gijp alle energie uit mijn lijf. Mijn slaapachterstand is inmiddels onherstelbaar. Harmonie, ooit de kurk waarop ons gezin dreef, is ver te zoeken; als los zand vallen we uit elkaar.
"Heb jij de kinderen al opgehaald?"
"Nee, Kroatië-Italië is net begonnen."
"Staat het oud papier al buiten?"
"...eh, Rooney scoorde zojuist, vergeten."
"Ga je mee naar boven? Ik ben moe."
"Sorry, Jack zit net in een tactisch debat met Koblenko."
Nee, het Sheraton in Krakau voelde ineens erg dichtbij. De spanning in huis is te snijden. De jongens liggen de hele dag buiten op het gras samenzwerend te smoezen en de postbode met zijn vrolijke ochtendgroet werd genadeloos afgebekt.
"Och, hou toch je bek, man!"
Die ene rustdag bleek ook niet genoeg, dikke wallen droegen mijn ogen toen ik me vanmorgen op het werk meldde. Ze stonden me al op te wachten bij het koffiezetapparaat, mijn collega's. Met leedvermaak wezen ze me op de stand van de EK-poule. Mijn naam prijkte helemaal onderaan.
"Gaat het wel goed? Met je vriendin en de kinderen, bedoel ik?" vroeg iemand.
Er wordt thuis gelekt. Ook dat nog.







maandag 18 juni 2012

Hoge bomen

Graag had ik het hier gehad over de stille landing van Oranje op Schiphol, het moeizame contact van de spelers met de pers (Kees Jansma, waar was je?) of de verborgen boodschap die achter de hand van Mark van Bommel verzonden werd. Maar dat doe ik niet. Ik moet voorzichtig zijn. Er wordt over mijn schouder meegekeken.
Na afloop van het duel Rusland-Griekenland schreef ik het stuk 'Dostojevski'. Ik bespotte daarin commentator Philip Kooke, omdat hij erg opzichtig meldde dat Arshavin gezien was met een dik boek. Alsof voetballers nooit lezen. Hierop ontving ik een mail: van Philip Kooke himself.
Commentaar geven bij een voetbalwedstrijd is een ingewikkeld vak. Je moet de juiste doelpuntenmakers noemen, op de hoogte zijn van tactiek, clichés vermijden en op het juiste moment scoren met een rake volzin. 'Zijn we er toch nog ingetuind', is de nalatenschap van Herman Kuiphof aan de mensheid, de oude dag van Theo Reitsma is verzekerd door de oneliner 'Dit is een goed stel, hoor!'. Daar steekt 'Arshavin leest een dik boek' een beetje schril bij af.
Maar de mail van Kooke had een andere inhoud: hij 'deed' die bewuste avond niet Rusland-Griekenland, maar Polen-Tsjechië. 
Daar heeft hij een punt.
Mijn excuses zijn aangeboden en de persoonsverwisseling is gemeld bij al mijn lezers. Beiden reageerden luchtig op mijn flater. Toch vrees ik een berisping of nog erger: een vernederende gang naar de Rijdende Rechter. In de wachtkamer bij meester Frank Visser tussen een overhellende tuinafscheiding en een te hoge conifeer bij de buren; het is het lot van de falende voetbalcolumnist.
Wie André Arshavin dan wel verbond aan een Russische klassieker? Evert ten Napel. 
"Die dekselse Arshavin met een dik boek! Goeiedag zeg!"
Vanavond wacht ik op de verbolgen mail van Evert. Samen schrappen we dan één van de bekendste zinnen uit de Nederlandse voetbalgeschiedenis.
Na het EK van 2012 is het Volksparkstadion namelijk niet meer van ons.

zondag 17 juni 2012

Dijkshoorn en Santoni

Aan tafel bij VI Oranje knalde Nico Dijkshoorn er meteen in met een gedicht. Snel werd voor een brandend kaarsje gezorgd en daar ging hij los. Ineens zagen we de blouse van Van der Gijp, de bamihapjes van Jan en het colbertje van Derksen door de Dijkshoorn-bril. Hilarisch.
In een bijzin kreeg ook Michele Santoni er van langs, de cijferfetisjist van de NOS. Elke dag brengt hij de voorzetten van de linksback, rechtsbenige balaannames en functioneel afgelegde kilometers in kaart. Voetbal als wetenschap benaderd, maar Dijkshoorn wist er wel raad mee.
Voorlopig vrees ik ook dat alleen vrouwen opgewonden raken van Santoni's toelichting op de tabellen, maar dat zit 'm denk ik meer in zijn zwoele stem met Italiaans accent. Toch kunnen we niet om de onderzoeken heen. In de top van het Amerikaanse honkbal wordt nu al elk detail op de 'Santoni-way' bekeken. Over enkele jaren worden ook alleen spelers in de finale van de Champions League opgesteld als ze over goede statistieken beschikken. Het lijkt een beetje op de opkomst van de mobiele telefoons, twintig jaar geleden. De eerste draadloze beller op een terras hoonden we nog weg, de uitslover, maar al snel beschikte iedereen over zo'n handige gadget.
Maar in Scheveningen werd het dus erg gezellig, met Nico Dijkshoorn. Vrolijk boomde hij mee over de stokpaardjes van de Nederlandse Man: voetbal en sex.
Hoewel?
Met vijf mannen aan tafel ging slechts 14 % van de spreektijd naar Jan Boskamp. Een derde van Genee's voorzetten werd direct ingekopt door Van der Gijp en bij 2 van de 17,4 gespreksonderwerpen zapte ik naar de tafel van Jack van Gelder.
Zie je wel, de invloed van Michele Santoni is al lang begonnen.

zaterdag 16 juni 2012

Dostojevski

Het was werkelijk waar. Commentator Phillip Kooke meldde het met grote stelligheid tijdens een stil moment in de  eerste helft. André Arshavin had een boek. Niet zo maar een boek. Nee, een dik boek. De corner in de wedstrijd van de Russen tegen Griekenland was nog steeds niet genomen, in die extra seconden kregen we te horen dat de aanvoerder van Rusland ook nog zat te lézen in dat dikke boek. Op een vliegveld! Tijdens een rustig moment!
Er is een tijd geweest dat voetballers bekend stonden als dom en niet mondig. De periode van Kees Kist en Koko Hoekstra, zeg maar. Spelers die later ook niet verder kwamen dan het derde hoofdstuk van 'De ontvoering van Freddie Heineken'. Zij moesten het doen zonder opleiding en mediatraining. Een interviewtje  na de wedstrijd ontaardde regelmatig in een spraakverwarring:
"Waar ging het vandaag fout, Kees?"
"Na de wissel. Toen kwam bij hen de aap uit de kist."
"Aap uit de mouw, bedoel je."
"Dat zeg ik."
"Nee; kist."
"Je mag gerust Kees zeggen, hoor."
Het zijn andere tijden. Voetballers beginnen niet langer een sigarenwinkel, maar volgen een opleiding. Hun voetballoopbaan biedt hen alle tijd. Iedereen weet inmiddels dat het bij 'De aanslag' niet om de biografie van Hans Kraay jr. gaat.
Kooke probeerde echter het beeld in stand te houden dat voetballers hun vrije tijd vullen met de PlayStation en de folder over de nieuwe BMW-serie.
Arshavin, de Rus die door de commentator met een dik boek werd betrapt, is een rustig persoon, een denker. Passie in het linkerbeen. Waarschijnlijk zat de aanvoerder geboeid in een Dostojevski, een Russische klassieker. Kooke is meer een man voor de ontvoering van Heineken.
Tot hoofdstuk twéé.

Hollandse warmte

Als een generaal schuift Dick Advocaat met zijn Russische leger op aan de oostkant van de Wolga. Nog één overwinning op de Grieken en de kwartfinale is een feit. Advocaat hoopt daarin op Oranje als tegenstander, kan hij voorgoed afrekenen met het land dat hem stenigde als bondscoach. Sinds die schaamteloze tuchtiging in 2004 is Dickie langzaam Dimitri geworden. Een Hagenees met een bontmuts. Hij eet kaviaar bij de lunch en wodka verwarmt zijn aderen. Tijdens het spelen van het Russiche volkslied verdringt de gedachte aan zijn nieuwe landgenoten met hun roebels de herinnering aan zijn  jeugd in Den Haag op een flatje drie hoog.
Van Marwijk kent de route van Advocaat inmiddels. Twee vlekkeloze plaatsingen voor een eindtoernooi en een WK-finale schenken weinig krediet. Bert heeft geleerd dat een pasgeboren hertje steviger op zijn benen staat dan een bondscoach in Nederland na twee nederlagen.
Het legioen van Oranje is groot en machtig. Met het lijf gestoken in leeuwenpakken en met het hoofd onder reusachtige Milner-kazen  reizen we massaal het Nederlands elftal achterna. De Ierse manier van ondersteunen, onvoorwaardelijk zingen voor jouw helden, for better and for worse, is echter aan ons niet besteed. We maken graag nieuwe sterren, maar we schieten ze net zo graag ook weer af en als beloning voor onze instant-trouw vinden we alleen het beste goed genoeg. Een WK-finale bereikt? Dan willen we nu het kampioenschap, want feesten zullen we. De huldiging in de Amsterdamse grachten als een verworven recht.
Wesley Sneijder maakte in een tv-studio na het verlies tegen Duitsland een excuus aan het Nederlandse volk. In de zaterdagkrant vergrootte hij zijn charme-offensief: "Ons volk verdient een veel beter Oranje". Onze beste middenvelder maakt een knieval naar zijn landgenoten die zijn vrouw in Nederlandse stadions uitmaken voor 'hoer' en hem op Schiphol met verwijten zullen ontvangen als hij de Europese titel niet bij zich heeft.
De werkelijkheid is veel genuanceerder. Sneijder zet morgen met geniale passjes Huntelaar en Van Persie voor de Portugese keeper. Dat doet hij voor het elftal, zijn ouders, Yolanthe en Van Marwijk. Als Nederland scoort, gaat zijn vuist in de lucht voor de mensen in zijn directe omgeving en voor hemzelf.
Maar niet voor volk en vaderland. 

donderdag 14 juni 2012

Deserteurs

De ochtend valt hard. Die ene seconde tussen slaap en bewustzijn, waarin je je eigen naam zoekt, bedenkt welke dag het is en op een rijtje zet wat er gisterenavond gebeurde, trekt een zware steen naar mijn maag. Tegelijkertijd hoor ik bedrijvigheid in de slaapkamer aan de voorkant. Vier kindervoetjes dribbelen haastig mijn kant op. Ik heb twee tellen besef ik, nu moet ik scherp zijn.
Gisterenavond gingen de jongens met hoorbare tegenzin naar boven. De grote kraker tegen de Duitsers behoorde vanwege het late uur niet tot de mogelijkheden.
"Welterusten, papa," prevelden ze toen ze de trap op gingen. Op de bank zagen ze ons zitten. Gretig en trots, de chips gereed op tafel, de vlag boven de televisie net zo hoog gespannen als onze verwachting. Toen nog wel.
De slaapkamerdeur zwaait open, in twee stappen staan ze naast ons bed. In de ogen van jongste zie ik Van Persie in de armen van Sneijder springen en mensen doldwaas met oranje pruiken door de straten dansen. 
"Wat heeft Nederland gedaan, papa?" vraagt hij, vol hoop.
Een fractie overweeg ik om de geschiedenis een draai te geven, zijn geluk  intact te laten. Maar op tijd vloeit wijsheid terug in mijn aderen, een verantwoordelijke taak rust op mijn schouders. Volwassen vertel ik ze de waarheid.
"Verloren jongens, de Duitsers waren veel beter."
Ook hun ochtend valt hard. Oudste produceert het bloopergeluid van een televisiequiz dat een verkeerd antwoord aangeeft. In het hoofd van jongste verandert vrolijk oranje in diepbedroefd donkerblauw. Daar gaat de kans om straks in zijn Kuijt-shirt de juf in de kring op de hoogte te brengen van 's lands glorie. Teleurgesteld kruipen ze tussen hun moeder en mij in, maar hun kinderleed duurt verrassend kort.
"Dan ben ik nu voor Duitsland," zegt jongste.
"Ja, die winnen wel," valt oudste hem bij.
Okay, that's the limit, voor de laatste keer gebruikte ik de waarheid.

dinsdag 12 juni 2012

Speciale behandeling

Het gebeurde midden in de nacht. Ergens tussen de tweede en derde verdieping van het spelershotel van Zweden hing Andreas Isaksson op zijn kop aan de reling van het balkon. Doodsangst in zijn ogen. Anderhalve meter hoger hield kamergenoot Zlatan de doelman aan zijn enkels vast.
"Kom dan ook gewoon je goal uit, kløtzak!" 
Ibrahimovic moest even het verlies tegen Oekraïne kwijt. 
Het luistert inderdaad nauw, zo'n kamerindeling. De eer van het land is in het geding. Door het corrigerend vermogen van Zlatan heerst Isaksson tegen Engeland over het gehele zestienmetergebied.
Hoe heeft Jorritsma dat aangepakt? Waarschijnlijk is er in het voorjaar een enquete rondgegaan. De spelers van het Nederlands elftal mochten twee namen opgeven. Daar hebben we de wedstrijd tegen Duitsland al verloren. Niet de invulling van de spitspositie of linkspoten op rechts doen ons de das om, maar de bevriende koppeltjes op de slaapkamers. Afellay die het duimpje omhoog steekt als Van Persie de douchedeur afdoet, het vergroot de stootkracht van Oranje niet. Naast het bestrijken van de linkerflank, heeft Ibi maar één taak: het bewaken van het teambelang. Zorgen dat iedereen in de pas blijft lopen. Van Persie wakker houden en hem een keer ondersteboven aan het balkon hangen, bijvoorbeeld. Met het gif van Zlatan lag de gsm van Robin al lang op de bodem van het zwembad.

zondag 10 juni 2012

Wie het laatst lacht

Nederland likt de wonden. De straten zijn stil, de ochtend na de EK-ouverture van het Nederlands elftal. Barbecues staan zinloos na te smeulen onder verlaten partytenten met oranje vlaggetjes. 
6,8 miljoen landgenoten zaten gisteren aan de buis en aanschouwden Het Verloren Landsbelang. Dat betekent dat de andere helft van het volk 'de goal die niet wou vallen' links liet liggen en zich bezig hield met andere zaken. Het punniken van een sprei? Een spannend boek of een potje Yatzee? Een dampend uurtje tussen de lakens?
Ongeveer 30.000 Nederlanders bundelden de prioriteiten en gingen naar Guus in het PSV-stadion. Op grote schermen keken ze naar het kedeng-kedeng tegen de Denen, daarna begon het concert van Meeuwis. Tja, zo'n planning kan ook tegen je werken. Het werd daar in Eindhoven een nacht die je normaal alleen in slechte B-films ziet.
Onze oosterburen beleefden de zaterdagavond geheel anders. Op ingetogen wijze vierden ze hun winstpartij. Vanochtend, in de kampeerwinkel, sorteerde ik mijn croissantjes naast een Duitser. Hij droeg zijn Schweinsteiger-shirt, dat rook naar de inspanningen van de wedstrijd tegen Portugal, met trots.
"Gratuliere," sprak ik genereus namens de natie.
Hij keek vragend naar me op. "Wie bitte?"
Tandenknarsend herhaalde ik mijn felicitaties, maar ik vrees dat het een beetje klonk als 'Wer zu letzt lacht, lacht am besten'.

zaterdag 9 juni 2012

Topscorer

In voorbereiding op de strijd met de Denen trok ik me rustig terug op de camping. Een wedstrijd van het Nederlands elftal kijk ik het liefst in stilte. Ik ben allergisch voor Oranje straten en voetbalcafés. Zo'n wortelman die continu onzin in mijn oor staat te schreeuwen en vrouwen die in mooi uitgesneden oranje jurkjes verschijnen. Het hele jaar haten ze voetbal, omdat het hun plannen op RTL4 doorkruist, maar op een EK vinden ze alles wat Van Persie doet 'enig!'.
Omdat de jongens graag naar het zwembad wilden, vond ik mezelf terug in het bubbelbad, samen met een andere kampeerder die in de verte op Dries Roelvink leek. We zwegen prachtig. De stilte werd verstoord door een nogal corpulente man die zich bij ons voegde. Ze kenden elkaar.
"Wat gaat het worden?" vroeg Roelvink aan de dikkerd.
Het hele leven in Nederland vernauwt zich naar het EK, want de man wist dat de kwestie niet over de politieke toekomst van Nederland ging.
"5-0," antwoordde hij stellig, "1-0 bij rust, dan komt Huntelaar erin. Robben moet op links, Narsingh op rechts."
Hij had goed geluisterd naar alle voetbalpraatprogramma's.
"Ik heb nog getwijfeld over Huntelaar als topscorer, maar ik verwachtte dat Van Marwijk hem ernaast zou zetten," Roelvink begon over zijn EK-pool.
"Wie heb je dan ingevuld?" wilde de dikkerd weten.
"Messi."
Het bleef veelbetekenend stil in het bubbelbad.
Enkele uren later zag ik hem lopen over de camping, Dries. Hij was op weg naar de kantine voor de kraker tegen de Denen. Ik zweer het je, hij droeg een bos wortelen op zijn kruin.

vrijdag 8 juni 2012

Pure schoonheid

Het EK in Polen en Oekraïne is gestart. Het begon met het zuchtende hoofd van Beenhakker en de oogjes van Advocaat die het niet drooghielden bij het volkslied. Ook de eerste wedstrijdbeelden oogden vertrouwd. Ze sloten naadloos aan bij de trends van het internationale topvoetbal. Felgekleurde voetbalschoenen en volgetatoeëerde armen schuiven de aloude teamspirit op naar een individuele wedren. De spelers richten zich maar op één doel: ben ik in beeld?
Op de tribunes van het prachtige stadion in Wroclaw sloten ook de supporters van Rusland en Tsjechië zich aan bij de honger naar aandacht. Een spannende blondine met inkijk, een witte bontmuts en veel schmink. Het klassieke Oleg Blochin-kapsel is samen met het oude communisme in de Dnjepr gekieperd. Tussen al het uiterlijk vertoon viel Petr Cech des te meer op. De Tsjechische doelman met zijn brommerhelmpje, een knipoog naar een sober verleden. Anderhalf uur voor de wedstrijd parkeerde de keeper van Tsjechië zijn Solex tegen het stadion en wandelde de kleedkamer binnen. Als hij aanzet voor een doeltrap, lijkt het net of de Simca van mijn vader weer op de inrit staat.
Het is een ironische speling van het lot dat de veroorzaker van Cech's opvallende verschijning ook op dit EK actief is. In 2007 liep de Ier Stephen Hunt wild door op de doelman van Chelsea. De knie van Hunt kraakte Cech's schedel. Na de revalidatie is extra hoofdbescherming voor de Tsjech van levensbelang.
Tsjechië verloor de eerste wedstrijd dik van de Russen, het ideale rookgordijn voor een opmars in de luwte. Vergeet Oranje, Spanje en het swingende Duitsland, ik hoop op een finale Tsjechië-Ierland. In de laatste minuut gaat Hunt alleen op Petr Cech af. Met ware doodsverachting gooit de keeper zich voor zijn beul en plukt de bal van zijn voeten. Daar staat hij, op het podium voor de prijsuitreiking: de geknakte doelman die zijn angsten overwon en dit seizoen ook de Champions League pakte. Als hij de EK-beker in handen krijgt, flitst de lange weg naar dit geluk door zijn hoofd. De keeper wordt overmand door trots. Petr Cech troeft iedereen af in ware schoonheid. Op dát moment mag hij minutenlang in beeld.

zaterdag 2 juni 2012

Statler and Waldorf

De oefenwedstrijden van het Nederlands elftal richting het EK leverden weinig op. Manolev kan een bal dus ook vóór het doel afleveren, Stanislav Griga stond na twintig jaar weer in de Kuip en ook Noord-Ierland heeft God save the Queen als volkslied.
SBS6 probeert daarom het vuurwerk uit het randgebeuren te halen. Tijdens een redactievergadering was iemand op het lumineuze idee gekomen om John de Wolf op het stadionplein te zetten. De stoere voorstopper mocht items maken met Oranje-supporters. Het werd inderdaad erg grappig. Een sliding op volle snelheid tegen Romario blijkt makkelijker dan een zin uitspreken met meer dan vijf woorden naast een jolige stucadoor uit Olde Pekela. Als presentator op tv is De Wolf net zo op zijn plek als André Rieu in 't Maaskantje.
Hans Kraay jr. deed ook een duit in het zakje. Met zijn diepte-interviews op het veld breidde hij zijn collectie Funniest Homevideo's uit. Thuis had hij goed gestudeerd op zijn openingsvraag, maar Bert van Marwijk wist wel raad met zijn kruisverhoor. De bondscoach degradeerde 'Meneer Kraay' tot een Jehova-getuige: geïrriteerd gooide hij de deur dicht.
Maar het bleek allemaal voorspel voor het hoofdgerecht in de studio: de één-tweetjes van Jan Joost van Gangelen aan de grote tafel met Gullit en Van Basten. Ooit hoofdrolspelers in vaderlands grootste heldenepos, maar de fluwelen balbehandeling en de krachtige rushes zijn verdreven door zure beschouwingen over de balans op het middenveld en de juiste keuze voor de linksbackpositie. De vedetten van '88 hebben zich ontpopt als twee oude mopperkonten die vanaf het balkon op het theater neerkijken. Kwistig strooien ze met schimpscheuten. Dat klinkt ongeveer zo:
"Awful!"
"Boooh!"
"Well, it wasn't that bad."
"Oh, yeah?"
"There were parts of it I liked."
"Well, I liked a lot of it."
"Yeah, it was GOOD actually!"
"It was great!"
De uitzendingen van SBS6 rondom Oranje werken eigenlijk net zo op de lachspieren als een oude aflevering van de Muppet Show.




vrijdag 1 juni 2012

EK-poule

Samen met oudste aan de salontafel. Hij met zijn kleurdoos, ik met een leeg A4'tje, de EK-poule van het werk. Een tijdje terug gooide ik het formulier achteloos op de buffetkast, maar door alle Wuppies uit de supermarkt, de oranje reclamefolders en de buurman met de klomp op zijn hoofd, is er geen ontkomen aan: Oranje gaat weer naar een groot toernooi.
Eigenlijk kan ik er niets van, een voetbalwedstrijd voorspellen. Na elk WK of EK bungelt mijn naam ergens onderaan de eindrangschikking. Zit ik op het werk met een boterham in de mond krampachtig de hoon van collega's te ontwijken.
"Zo, een degradatieplek? Je had er weer kijk op!"
Waar moet je ook beginnen? Spanje maar weer? Gaat Oranje op Duitse wijze naar de titel? Swingt de Mannschaft met Hollandse bluf naar de finale? Het thuisvoordeel van Oekraïne of Polen?
Naast me werkt oudste onverstoorbaar aan zijn tekening, een mooi onderwaterlandschap. Ik por hem plagerig aan: "Wie gaat het EK winnen?"
"België," antwoordt hij zonder op te kijken. Dat schiet niet op, de Belgen hebben zich niet eens geplaatst. Hij is vast in de war met het EK van 2016, waar Lukaku, Kompany en Verthongen hoge ogen gaan gooien.
Zijn kleurplaat nadert de voltooiing. Met de tong uit de mond legt oudste de laatste hand aan een octopus. Octopus? Was er niet een inktvis die alle wedstrijden voorspelde tijdens het WK in Zuid-Afrika? De octopus van oudste houdt in één van zijn armen een vlag vast. Ik herken duidelijk de kleuren groen, wit en rood. Ineens begint het te dagen. Gretig vul ik de winnaar in op mijn EK-formulier: Italië.
Tevreden complimenteer ik oudste met zijn werkstuk. "Mooie tekening, jongen!" Voldaan hang ik achterover. Het Europees Kampioenschap kan beginnen.